De bewoners
Scheiding en relatiebreuk
Wonen twee of meer mensen in de woning? En gaan ze uit elkaar? Dan heeft dat soms gevolgen voor de huurovereenkomst. Soms hebben de bewoners jouw akkoord nodig. En soms kun je zelfs toestemming weigeren.
Beide partners zijn contractuele huurders
Staan beide namen op de huurovereenkomst? Dan zijn er twee contractuele huurders, hoofdhuurders dus. Zij hebben allebei evenveel recht op de woning.
​
Willen de partners allebei in de woning blijven?
Dan kunnen zij de rechter inschakelen. Die bepaalt wie de huur voortzet en vanaf welke datum. De uitspraak van de rechter heeft werking tegen de verhuurder, ook al is de verhuurder geen partij in deze rechtszaak. Dat betekent dat je vanaf dat moment maar een van beide huurders overhoudt en alleen die persoon kan aanspreken voor betaling van de huur.
De vertrekkende huurder kan de huur niet op eigen houtje ‘voor zijn deel’ opzeggen. Er is altijd instemming (handtekening!) van de andere huurder én de verhuurder nodig. Of een uitspraak van de rechter. Sommige verhuurders noemen dit ‘wijziging tenaamstelling’ of 'eenzijdige huuropzegging'.
De partner is wettelijke medehuurder
In deze situatie heeft de verhuurder destijds een huurovereenkomst gesloten met één persoon, namelijk de contractuele huurder. De wettelijke medehuurder is later ingestapt, bijvoorbeeld door huwelijk of geregistreerd partnerschap.
Willen beide partners in de woning blijven?
Dan kunnen zij de rechter vragen om een knoop door te hakken. De rechter beoordeelt zo’n zaak op dezelfde manier als bij twee ruziënde contractuele huurders. De verhuurder is aan zo’n uitspraak gebonden, ook al is de verhuurder geen partij in deze rechtszaak.
Wil de contractuele huurder in de woning blijven?
Dan blijft de huurovereenkomst ongewijzigd. De wettelijke medehuurder verliest namelijk automatisch het medehuurderschap bij definitief vertrek uit de huurwoning. De verhuurder kan dat niet tegenhouden.
Verlies van medehuurderschap geldt alleen bij definitief verlaten van de woning. Niet bij tijdelijk verblijf elders, tijdens de echtscheidingsprocedure.
Wil de wettelijke medehuurder in de woning blijven?
Dan moet de contractuele huurder de huurovereenkomst opzeggen. De wettelijke medehuurder promoveert dan automatisch tot hoofdhuurder. De wettelijke medehuurder moet wel schriftelijk aan de verhuurder melden dat hij voortaan alleen in de woning blijft. Soms heeft zo’n wettelijke medehuurder bij relatiebreuk of scheiding een huisvestingsvergunning nodig.
De partner is 'slechts' inwoner
Een inwoner heeft bij scheiding geen recht om in de woning te blijven. Willen de partners toch graag dat de inwoner de huurovereenkomst overneemt, dan moeten zij alsnog samen medehuur aanvragen voor de inwoner.
Partners maken zich vaak pas druk om hun rechtspositie als het eind van de relatie in zicht is. De wet is bedoeld om samenwoners te beschermen en daarom kunnen zij zelfs aan het eind van de relatie nog een aanvraag doen voor medehuur. Dat bepaalde de Hoge Raad in 2015.
Downloads
3 meest gestelde vragen over scheiding en relatiebreuk
Heb ik een handtekening nodig van beide huurders? Ja, ook als het bericht binnenkomt via je huurdersportaal. Bericht van één van beide huurders is niet genoeg.
Moet ik altijd akkoord gaan met een wijziging tenaamstelling? Nee, je kunt voorwaarden stellen. Bijvoorbeeld dat de achterblijver de huur kan betalen. Of dat een huurachterstand eerst wordt betaald.
Kan een partner die géén medehuurder is, in de woning blijven? Dat is een ingewikkelde route. Maar soms lukt dat. Partners kunnen, ook als het eind van hun relatie in zicht is, nog medehuur aanvragen voor de ander. Dat moeten ze samen doen. Hebben ze ruzie? Dan moet de partner zelf een rechtszaak starten tegen de ander.